Veel gestelde vragen over de RI&E

FAQ RI&E

Met enige regelmaat ontvangen we vragen die betrekking hebben op de RI&E. Vaak gaat het om het opstellen, de wetgeving en boetes. In het kader van de week van de RI&E hebben we hiervan een aantal vragen in een FAQ geplaatst en voorzien van antwoord.

Ja, de verplichting tot het opstellen van een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) geldt voor iedere werkgever ongeacht de omvang van het bedrijf. Naast het opstellen van de RI&E is een werkgever ook verplicht een Plan van Aanpak op te stellen. Bij de digitale RI&E-instrumenten is het Plan van Aanpak een vast onderdeel van de RI&E. Bedrijven die voor maximaal 40 uur per week arbeid laten verrichten (alle werknemers bij elkaar opgeteld) mogen ook gebruik maken van de ‘Checklist Gezondheidsrisico’s’. Dit is een verkorte versie van de RI&E.

In de Arbowetgeving worden geen termijnen aangegeven voor het bewaren van stukken, dus ook niet van de RI&E. Dus een wettelijke verplichting is er niet, toch doet u er verstandig aan om de RI&E en de Plannen van Aanpak, zeker voor een termijn van 5 jaar te bewaren. De belangrijkste reden hiervoor is dat het bedrijf bij een (civielrechtelijke) aansprakelijkheidsclaim (bijv. een schadevergoeding van een werknemer) moet kunnen aantonen dat het voldaan heeft aan de zorgverplichting richting de werknemers. Ook Inspectie SZW kan naar de RI&E vragen tijdens een bedrijfsbezoek.

Bent u wel RI&E-plichtig, maar u heeft geen RI&E uitgevoerd, dan kunt u een boete krijgen wanneer Inspectie SZW een bedrijfsbezoek aflegt. Ook wanneer zich een bedrijfsongeval voordoet, wordt naar de RI&E gevraagd. Het niet kunnen tonen van de RI&E levert een boete op of zelfs een proces verbaal.

Nee, de bedrijven die worden ingehuurd zijn zelf verantwoordelijk voor het opstellen van een RI&E voor de werkzaamheden die zij door hun eigen werknemers laten uitvoeren. Ook wanneer deze werkzaamheden op een andere locatie worden uitgevoerd. Het opdrachtgevende bedrijf hoeft ook de RI&E van het ingehuurde bedrijf niet in bezit te hebben.

Het inhurende bedrijf is wel verantwoordelijk voor het voorkomen van gevaar voor gasten (in de Arbowet omschreven als derden). Bij gasten/derden kun je denken aan bezoekers (zoals klanten, vertegenwoordigers, pakketbezorgers en inspecteurs) en werknemers van een ander bedrijf die een klus komen uitvoeren (zoals CV-monteurs, lift-monteurs en schilders). Uw gasten mogen namelijk niet het slachtoffer worden van uw bedrijfsactiviteiten. U moet uw gasten waarschuwen/informeren over gevaarlijke situaties in het bedrijf zoals losliggende traptreden of vorkheftrucks die door het bedrijf rijden.
Bij de inhuur van uitzendkrachten óf bij de inzet van stagiaires is het inlenende bedrijf wel verplicht een RI&E op te stellen mede voor deze werknemers.

De Arbowet kent geen onderscheid tussen filialen of vestigingen. De RI&E dient alle aspecten van het werk te omvatten. Dat betekent dat primair voor iedere werkplek en dus ook voor elk filiaal de risico’s in kaart gebracht moeten worden, vooral omdat de risico’s ook kunnen verschillen per filiaal (denk aan brandpreventie, BHV, lawaai, etc). Dit neemt niet weg dat een aantal aspecten met betrekking tot de RI&E min of meer identiek kunnen zijn (denk aan arbeidstijden, werkdruk, etc.).
Kortom: Ja, voor ieder afzonderlijke filiaal/vestiging moeten de risico’s geïnventariseerd en geëvalueerd worden in de RI&E. Sommige van die risico’s kunnen voor alle filialen/vestigingen identiek zijn.

In de Arbowet is vastgelegd dat werknemers de RI&E (inclusief het plan van aanpak) moeten kunnen inzien wanneer zij dit willen (inzagerecht). De werkgever mag de werknemers dit niet weigeren.
In artikel 5, lid 6 staat: “De werkgever zorgt ervoor dat iedere werknemer kennis kan nemen van de risico-inventarisatie en -evaluatie.”

Indien er geen OR (niet verplicht bij ondernemingen met minder dan 50 werknemers) of PVT is moeten de werkgever en de werknemers actief samenwerken en informatie uitwisselen (art. 12, lid 1 en 2 Arbowet); een voorbeeld van het uitwisselen van informatie is de RI&E en het plan van aanpak. Het is dan ook verstandig om als werkgever de RI&E en het plan van aanpak te verspreiden onder uw personeel. Zo weet iedereen welke risico’s er spelen en hoe die risico’s aangepakt gaan worden. In deze situatie hebben de werknemers geen instemmingsrecht.

Nee, dat is afhankelijk van de grootte van het bedrijf en de branche waarin u werkzaam bent. Wanneer u bijvoorbeeld maximaal 40 uur per week personeel in dienst hebt hoeft u niet te laten toetsen. U hoeft ook niet te toetsen wanneer u maximaal 25 werknemers in dienst hebt en u gebruik heeft gemaakt van een branche erkende RI&E.

In alle andere (lees: meest voorkomende) gevallen moet u uw RI&E laten toetsen door een gecertificeerde kerndeskundige (bijvoorbeeld de arbodienst of arbodeskundige).

De RI&E is een overzicht van de risico’s op het gebied van gezond en veilig werken, een prioritering in die risico’s en de te nemen maatregelen. Er wordt bijvoorbeeld in aangegeven dat er geen risico’s zijn op het gebied van fysieke belasting, maar wel op werkdruk. De RI&E moet actueel en volledig zijn. En bij dat ‘volledig’ komt de verdiepende RI&E in beeld. Als er bijvoorbeeld risico’s zijn door gevaarlijke stoffen, moet nader worden geïnventariseerd waar die risico’s uit bestaan. Denk aan vragen zoals: wanneer speelt dit risico, bij welke (groepen) medewerkers speelt dit risico en waaruit bestaat het risico?

Deze verdiepingsslag kan worden opgenomen in de gewone RI&E, maar er wordt vaak gekozen om een aparte verdiepende RI&E te maken, waarin dieper ingegaan wordt op de risico’s. De ‘basis-RI&E’ vormt dan een overzicht van de aanwezige risico’s, waarin wordt doorverwezen naar de verdiepende RI&E(s).

Er zijn 11 onderwerpen waarvoor in het Arbobesluit is vastgelegd dat er ‘nadere RI&E-verplichtingen’ zijn, waaronder fysieke belasting, gevaarlijke stoffen, psychosociale arbeidsbelasting en persoonlijke beschermingsmiddelen.

Staat uw vraag over de RI&E er niet bij? Neem gerust contact op met Melle. Hij helpt u snel verder.

Kent u alle risico’s voor uw personeel en uw materieel?

Leg uw vraagstuk voor aan onze experts, wij adviseren u graag.

Melle Velema

Adviseur

Voorbeelden uit de praktijk