Wijzigingen in de energiebesparingsplicht per 1 juli 2023

Op 1 juli 2023 is de energiebesparingsplicht geactualiseerd en onderzoeksplicht toegevoegd. Daarmee geldt deze nu niet alleen meer voor inrichtingen van type A en inrichtingen type B maar ook voor inrichtingen type C. Uitzonderingen op energiebesparingsplicht, zoals die bestond onder het Activiteitenbesluit voor vergunningplichtige inrichtingen, EU-ETS inrichtingen en glastuinbouwinrichtingen zijn geschrapt. Hieronder leest u wat dat mogelijk voor uw organisatie betekent.

Onderzoeksplicht

Organisaties met locaties vanaf 10 miljoen kWh elektriciteit óf 170.000 m3 aardgas (equivalent) verbruik per jaar moeten voldoen aan de onderzoeksplicht. Dat betekent:

  • Een schematisch overzicht en beschrijving van de locatie
  • Een beschrijving van de installaties en processen.
  • Een beschrijving en onderbouwing van de uitgevoerde maatregelen.
  • Een analyse van het energiegebruik met beschrijving van energie- en procesmonitoring, weergave van energiegebruik (inclusief energiebalans), opgave van onbenutte warmtestromen en conclusie over het energiegebruik.
  • Analyse van de productieapparatuur en -installaties met conclusie over de energetische optimalisatie van de productieapparatuur en -installaties. Aangevuld met een scan naar de technische isolatie, een analyse van de elektrische aandrijfsystemen en een spiegeling met de basislijst energiebesparende maatregelen.
  • Een inventarisatie van de kosteneffectieve CO2-reducerende maatregelen, inclusief een uitwerking en berekening van de energiebesparing, de CO2-reductie en de terugverdientijd.
  • De basischeck energiezorg.
  • Een uitvoeringsplan.

Energiebesparingsplicht

Bedrijven met een jaarverbruik van >50.000 kWh elektriciteit of >25.000 m3 aardgas (equivalent) hebben energiebesparingsplicht. Dat betekent dat alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder moeten worden uitgevoerd. U moet daarvoor alle erkende maatregelen (EML) uitvoeren die voor uw organisatie gelden.

De informatieplichtrapportage (eens per vier jaar) moet ingediend worden via eLoket van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Uw omgevingsdienst en uw bevoegd gezag kunnen deze rapportage daar ophalen.

De Erkende Maatregelenlijst is ook geactualiseerd

Bestaande erkende maatregelen zijn opnieuw doorgerekend en nieuwe potentiële maatregelen geïnventariseerd en aangeleverd. De maatregelen die opgenomen zijn, zijn geselecteerd op basis van een brede toepasbaarheid bij verschillende typen inrichtingen waarop de geactualiseerde energiebesparingsplicht van toepassing is en op basis van de terugverdientijd.

En een wijziging op de regeling Energie-audit (EED)

De wijziging op de Regeling energie-audit heeft ervoor gezorgd dat dat de lijst met keurmerken is geactualiseerd. Aan deze lijst zijn de volgende keurmerken toegevoegd:
• CO2 & Energie RI&E Creatieve Indrustrie Niveau 3 & 4
• Trusted Site e-Efficiency – alle niveaus

Per 3 juli 2023 is het weer mogelijk om te rapporteren voor de EED-audit. EED-audits moeten elke vier jaar uitgevoerd worden.

Verschillen tussen onderzoeksplicht en EED-audit

De locatie valt onder de onderzoeksplicht en de onderneming als geheel onder de EED-auditplicht. Er is veel overlap tussen het vestigingsrapport voor de EED-audit en de rapportage voor de onderzoeksplicht:

  • De EED-auditplicht is breder. Deze gaat over activiteiten, gebouwen en zakelijk vervoer. De onderzoeksplicht alleen over activiteiten.
  • Bij de analyse van het energiegebruik moeten voor de onderzoeksplicht de onbenutte warmtestromen worden opgegeven. Bij de EED-auditplicht niet.
  • Bij de onderzoeksplicht worden aan de inventarisatie van de kosteneffectieve maatregelen, 3 specifieke eisen toegevoegd. Namelijk (1) een analyse van de elektrische aandrijftechnieken, (2) een isolatiescan en (3) een spiegeling aan een specifieke lijst van maatregelen (de basislijst).

  • De onderzoeksplicht gaat over maatregelen die CO2 verminderen. Bijvoorbeeld door hernieuwbare energie op te wekken of over te stappen naar een energiedrager met een lagere CO2-uitstoot. De EED-auditplicht gaat over energiebesparende maatregelen.
  • Voor de onderzoeksplicht moeten maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder geïdentificeerd worden. De manier waarop deze wordt bepaald is wettelijk vastgelegd. Voor de EED-auditplicht geldt een andere eis. Daarvoor wordt de kosteneffectiviteit over de levensduur van een maatregel bepaald, met een levenscycluskostenanalyse.
  • Bij de onderzoeksplicht rapporteert de organisatie in een uitvoeringsplan welke energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar zijn uitgevoerd, welke nog uitgevoerd moeten worden en wanneer deze worden uitgevoerd. De EED-auditplicht kent zo’n uitvoeringsplan niet.

Heeft u na het lezen van dit artikel nog vragen?

Leg uw vraag gerust eens voor aan Rosalie of één van onze andere adviseurs.
Ze helpen u graag op weg.

Rosalie

Adviseur