De impact van de ARIE-regeling voor BRZO organisaties

Sinds 1 januari is de nieuwe ARIE-regeling van kracht. Door de nieuwe aanwijsmethodiek worden BRZO-/Sevesoorganisaties ook ARIE-plichtig, wanneer bij hen sprake is van gevaarlijke stoffen die boven de ARIE drempelwaarden uitkomen. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat BRZObedrijven of instanties met dubbele verplichtingen worden belast. Daarom is (in artikel 2.4) aangegeven aan welke verplichtingen de BRZO-/Seveso-bedrijven altijd al moesten voldoen. Die blijven nu gelden.

Verplichtingen voor BRZO-organisaties

In de nieuwe ARIE-regeling wordt (net als in de BRZO) verschil gemaakt tussen hogedrempelinrichtingen en lagedrempelinrichtingen.  Hogedrempelinrichtingen voldoen al aan nagenoeg alle verplichtingen van de nieuwe ARIE-regeling. Voor de lagedrempelinrichtingen komen er twee verplichtingen bij, namelijk een noodplan en scenario’s.  Beide typen organisaties moeten voldoen aan de verplichtingen in de volgende artikelen:   

  • 2.5e (in het bedrijf of inrichting werkzame andere werkgevers en zelfstandigen);  
  • 2.5f (naburige bedrijven of inrichtingen);  
  • 2.5g (ARIE-bedrijven of inrichtingen op bedrijventerrein);  
  • 2.5h (melding gegevens aan toezichthouder);   
  • 2.5i (melding zwaar ongeval);   
  • 2.5j (exploitatieverbod).  

 

Meldplicht voor organisaties die onder de ARIE-regeling vallen

Meldplicht voor organisaties die onder de ARIE-regeling vallen

BRZO-/Seveso-organisaties die onder de ARIE-regeling vallen, moeten zich melden als ARIE-plichtig bedrijf of inrichting bij de toezichthouder (in dit geval is dat de Nederlandse Arbeidsinspectie). Deze meldplicht geldt alleen voor de stoffen die worden genoemd in bijlage 1 van de Arboregeling.

Veel van deze stoffen vallen zowel onder de ARIE-regeling als onder het BRZO/Seveso, maar niet alle. Wij raden u daarom aan om twee stoffenlijsten aan te houden, of in ieder geval duidelijk aan te geven welke stoffen alleen onder de ARIE-regeling vallen.   

Lagedrempelinrichtingen 

Voor lagedrempelinrichtingen geldt dat zij volgens het BRZO geen scenario’s en een intern noodplan hoeven op te stellen. De wetgever gaat ervan uit dat veel Seveso-lagedrempelinrichtingen al onder de oude ARIE-regeling vielen (en dus conform artikelen 2.5b en 2.5c van het oude Arbobesluit) al scenario’s en een intern noodplan hebben opgesteld. In de nieuwe situatie blijft dit hetzelfde en daarmee wordt er vanuit gegaan dat ook lagedrempelinrichtingen aan deze verplichtingen voldoen.   

Belangrijk om te vermelden is dat de ARIE-regeling zich focust op de gezondheid en veiligheid van werknemers, terwijl BRZO-regelgeving daarnaast ook toe ziet op milieuveiligheid, de omwonenden en de openbare orde.   

Wilt u meer weten over de impact van de ARIE-regeling op uw BRZO organisatie?

Of heeft u andere vragen? Onze adviseurs staan voor u klaar.

Floor Ham

Senior adviseur – Teamleider